Als we wakker
worden regent het pijpenstelen. De weersvoorspellingen beloven weinig
beterschap: koel weer met aanhoudende buien en flinke kans op thunderstorms in
de avond en nacht. Willen we nu nog twee dagen gaan kamperen? Het lijkt ons
niet zo’n heel goed plan. In principe kun je onder alle omstandigheden
kamperen, maar als eenmaal alles nat wordt en je noodgedwongen onder je tarp
moet blijven zitten, gaat de lol er snel af. We besluiten de laatste twee
kampeerdagen te verruilen voor een verblijf in een hotel in Alamosa, dicht bij
de Great Sand Dunes.
Eerst doen we
nog de Black Canyon of the Gunnison aan, die op de route ligt. Deze
spectaculaire canyon bestaat uit donker graniet, waaraan het zijn naam ontleend
en ander gesteente dat grillige contrasten en tekeningen op de wand van de
canyon vormt. Hij is enorm diep: zou je het Empire State Building op de bodem
zetten, dan kwam deze slechts tot de halve hoogte van de kloof. Op een aantal
plekken kun je vlak aan de rand komen en kijk je in een duizelingwekkende
diepte. Onderin stroomt de rivier the Gunnison. Het lijkt een klein stroompje,
maar het is een heuse rivier.
Rond 1900 werd
de Gunnison tunnel aangelegd. Deze loopt 6 mijl lang door het graniet – voor
die tijd een haast onwerkelijke prestatie – en was destijds bedoeld om de
omliggende prairie geschikt te maken
voor de landbouw. De tunnel functioneert nog steeds. Je kunt er vlakbij komen
door de weg naar beneden te volgen, die erg steile hellingen en haarspeldbochten
heeft. In de canyon is het uitzicht ook erg de moeite waard.
We vervolgen nu
onze weg naar Alamosa, die eerst een tijdje met hoge passen door een aantal
bergketens voert en uiteindelijk uit komt in een eenzame prairie. Nou, eenzaam.
Het landschap wordt ontsierd door stacaravans, autowrakken, oude
goederenwagens, verlaten huisjes, alsof een reusachtige hand ze hier heeft
uitgestrooid. Omdat we het aantal kilometers tot onze bestemming tot onder de
10 zien dalen, beginnen we ons af te vragen waar we in hemelsnaam een hotel
hebben geboekt. Als we aankomen, blijkt het hotel gelukkig een redelijke keuze.
het is lelijk en gedateerd, maar wel compleet. Er zijn hier nog veel meer
hotels, maar uit niets blijkt dat ze vol zitten. Waar al deze hotels hun
bestaansrecht aan ontlenen wordt ons niet duidelijk. We worden nu wel heel
nieuwsgierig naar wat Alamosa ons te bieden heeft.
Als we een
eerste deel van onze kampeerspullen hebben opgeruimd, besluiten we het plaatsje
te verkennen. Daar heb je minder dan tien minuten voor nodig. Het is een gribus,
lelijk en rommelig. De ideale plaats, voor degene die daar zin in heeft, om
totaal depressief te worden. Zo’n uithoek van Colorado, die gewoon niet mooi
is. Je kunt niet alles hebben. We besluiten in het hotel te eten, met die fastfoodketens
zijn we wel weer een beetje klaar.
Morgen naar de
Great Sand Dunes en dan dinsdag door naar Denver. Het zit er nu bijna op. Onze
vroegtijdige opruimactie van bagage en kampeerspullen heeft overigens nog een
voordeel: wij zijn eigenlijk bijna klaar voor boarding, dus in Denver hebben we
lekker de tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten